“Wat een enorme klote zooi!“, mopper ik. Naast mij hoor ik mijn vriendin voor de dertiende keer die nacht met overslaande stem eisen dat we ab -so-luut de hulp gaan inroepen van een professionele slaapcoach.
Ernstig gefrustreerd werp ik een blik op mijn horloge dat naast mijn hoofdkussen ligt. Het display toont 03:37 uur. Ik vloek nog een keer en roep iets venijnigs tegen God maar die verzuimt in te grijpen. Het duivelse geluid wat onophoudelijk uit de kamer naast mij klinkt is daarvan het onomstotelijke bewijs. God zal zich wel weinig bemoeid hebben met de opvoeding van zijn zoon anders had hij wel meer begrip getoond, zo schat ik in.
Voor de zoveelste keer die nacht stap ik uit bed. Volkomen gesloopt schuifel ik over de koude marmoleum vloer naar de kamer van Jet. Ze is amper twee maar weet wat ze wil. “Liedje zingen” , roept ze. “ Je moet een liedje zingen!" . Verdomme.
Terwijl ik naar haar rood aangelopen hoofd staar, kan ik mijn zelfhaat nauwelijks onderdrukken. In de afgelopen maanden hebben mijn vrouw en ik als ouders keihard gefaald. We zijn met open ogen in de valstrikt van Jet gestapt. Eerst één liedje. Toen twee. Al snel vier en opeens...oneindig. We hebben haar een slaaf gemaakt van haar behoefte. En de gevolgen daarvan zijn desastreus.
De coldturkey die haar overmant is overduidelijk. Ze is onrustig, draait, keert en klauwt met haar armpjes in de lucht. Vanzelfsprekend zou ik mededogen moeten voelen maar in plaats daarvan begint het in mijn tenen te tintelen. Het gevoel beangstigd me want ik herken het: ongeduld. Het kruipt naar boven. Via mijn kuiten, door mijn bovenbenen, buik, borst en richting mijn mond. Dan vraag ik Jet of ze : “Alsjeblieft, alsjeblieft, alsjeblieft, ALS-JE-BLIEFT HAAR KOP WIL HOUDEN!!!!.” Heel even is ze stil en kijkt ze mij met waterige ogen aan. Dan opent ze haar mond en ontwikkeld een toonhoogte waar Mariah Carey steil van achterover zou vallen.
Nu ben ik de klos. Wat heb ik gedaan?! Het dramatische geluid slaat in als een kernbom. De geluidsgolven laten mijn hersenen imploderen, breekt mijn ruggengraat en vaagt mijn laatste restje wil weg. Happend naar adem besluit ik tot mijn laatste redmiddel.
Schuldbewust ga ik op een stoel zitten aan de zijkant van haar bedje en open het reservoir van verbale heroïne. Dan stapt Berend Botje in zijn bootje. Kort na Zuid-Laren sluit de junk haar ogen en mond. Om pas ver, heel ver weg ergens in Amerika in slaap te vallen.
Comments